Ik stap in de auto, klaar om naar het jongerenweekend in Ottoland te vertrekken. Plotseling word ik overvallen door intense boosheid en verdriet. Als een donderslag bij heldere hemel flitst het door me heen: deelnemen aan een jongerenweekend van Winst uit Verlies kan maar één ding betekenen: je hebt met kanker te maken (gehad)!
Ik start de auto en begin aan de rit. Ontdaan. Van slag. In de war. Ik keek al maanden uit naar dit weekend, hield nauwlettend in de gaten of het aanmeldformulier op de website verscheen en nam voorzorgsmaatregelen die moesten zorgen voor ruimte rondom het weekend, zodat alle indrukken op een rustige manier hun plekje konden vinden. En nu dit. Eigenlijk hoeft het van mij niet meer. Ik ben er klaar mee. Zal ik maar gewoon niet gaan? Zal ik me afmelden? Zal ik teruggaan naar huis? Bij deze club wil ik toch helemaal niet horen?
Ik zit in de auto en iets in mij zorgt ervoor dat ik toch doorrijd naar De Zwarte Schuur, de groepsaccommodatie van dit jaar. Zoek ik misschien toch iets van (h)erkenning? Vermoed ik er toch wat te kunnen halen? Of doe ik dit puur en alleen uit plichtsgetrouwheid? Ik heb me tenslotte aangemeld, dus ze rekenen op me.
Ik stap uit de auto en meld me bij Henk-Jan, Tineke en de andere deelnemers. Ik ben de laatste en al vrij snel na mijn komst gaan we aan tafel. De groep is nagenoeg hetzelfde als bij mijn vorige deelname en algauw zorgt dat voor een vertrouwde en gezellige sfeer. Het is alsof we verder gaan bij waar we de vorige keer stopten. Het voelt goed. Het is goed.
Tijdens onze tweedaagse reis lachen we, huilen we, zoeken we, vinden we, snappen we of tasten we juist in het duister. Soms zijn er namelijk ook gewoon geen antwoorden te vinden.
Als ik aan het einde van de tweede dag opnieuw in mijn auto stap, ben ik moe. Moe van alle indrukken. Moe van al het sociale contact. Moe van al het denken. Moe van al het voelen. Moe van alle vragen. En ook gewoon moe door een niet al te lange nacht (de bedstee sliep overigens prima, daar lag het niet aan). Door de moeheid heen piepen nog weer wat nieuwe gedachten: wat heeft dit weekend me opgeleverd? Was het de moeite waard? Is het nou echt zo erg om bij deze club te horen? Zal ik me, bij gezondheid, volgend jaar weer aanmelden?
Ik weet het niet. Ik ben er nog niet over uit.
Nee, natuurlijk wil ik niets met kanker te maken (gehad) hebben, maar ik kan er niet omheen: het is een feit dat ik er wél mee te maken (gehad) heb. Het is nu aan mij om dat gegeven te leren verweven met mijn leven. Niet als een slachtoffer, maar als een wijs en gevormd mens. Een mens die leert van het leven. Een mens die leert van de tegenslagen. Een mens die óók kijkt naar wat ze heeft, in plaats van alleen naar datgene wat ze mist. En… een mens die het niet alleen hoeft te doen. Een mens die durft te ontvangen van mensen die – er soms helemaal klaar mee zijnde – ook met kanker te maken hebben (gehad).
Ik ben er klaar mee. Met dit stukje tekst in elk geval. Over dat andere slaap ik nog maar ‘es een nachtje, heerlijk in mijn eigen bed.
Arjanne Bijsterveld
Arjanne (’99) kreeg in 2022 de diagnose borstkanker. Een behandeltraject volgde, de ziekte verdween. Met vallen en opstaan, en op zoek naar winst uit verlies, probeert zij deze levensveranderende gebeurtenis te verweven met haar bestaan. In haar blogs deelt ze wat van haar ervaringen.