‘Hoe lang is het nu geleden?’ De vraag die ik regelmatig krijg. En mijn antwoord verandert door de jaren heen. En dit jaar is het antwoord: ‘8 jaar geleden’. 8 jaar geleden dat mijn lieve vader is overleden aan een hersentumor. 1 jaar en een maand ziek geweest. ‘Heb je het inmiddels een plekje kunnen geven? Heb je het al wat verwerkt?’ Vragen die ik in de eerste jaren wel eens kreeg. Nu wordt dat niet meer gevraagd. Want 8 jaar is toch al lang geleden? Dan moet je het inmiddels wel ‘verwerkt’ hebben en heb je het prima een plek kunnen geven…? Dat is tenminste ook de gedachte die ik mijzelf veel voorhoud. En ik probeer mezelf ook wijs te maken dat het antwoord op die vragen ‘ja’ moet zijn.

9 jaar geleden kregen we de boodschap dat mijn lieve vader een hersentumor had. Wat een vragen kwamen er op allerlei gebied. Vragen die smeekten om antwoorden. Wanhopig ging ik op zoek naar antwoorden. En de antwoorden die ik kreeg zorgden vaak voor nog meer vragen. Een tijdje terug zorgde ik voor een patiënt die ik vanaf de spoedeisende hulp opnam. Een man van rond de 40 jaar die kwam voor een geïnfecteerde navelbreuk. Tenminste dat dachten de artsen. De volgende dag zorgde ik weer voor deze man en was hij inmiddels geopereerd. Wat bleek, het was geen navelbreuk maar een tumor die flink aan het groeien was. De man wist de boodschap nog niet, omdat hij die avond nog erg duf was van de operatie. Hij vroeg mij die ochtend: ‘Het is wel een grotere snee geworden dan ze hadden gezegd, hoe kan dat?’ Ik stond even met een mond vol tanden. Ik antwoordde hem dat de arts dit zo meteen ging uitleggen. In een apart kamertje werd hem de boodschap verteld, kanker… Ik stond erbij, ik slikte en slikte nog eens. In een hoekje veegde ik een traan weg. De vragen kwamen bij deze man. Is het te genezen? Hoe nu verder? Antwoorden waren er nog niet… Antwoorden waar je van verlangt ze te weten, maar de realiteit niet van wil beleven.

Zo ook bij een patiënt die opgenomen zou worden op de afdeling waar ik werk. Hij had een epileptisch insult gehad. Samen met mijn collega hebben we de patiënt opgehaald van de spoedeisende hulp. De oorzaak van het insult was een hersentumor. De man is getrouwd, vader van 2 kinderen in de leeftijden van ongeveer 16 en 18 jaar. Wat gingen toen m’n gedachten terug. Ook ik was 16 jaar en mijn broer 18 jaar. De ontzettende werkelijkheid van kanker die deze familie nu inging, voelde zo bekend. Maar ook zo ontzettend confronterend. Weer slikte ik en dacht terug. Terug aan de tijd dat ik hoorde dat mijn vader kanker had. Na deze avonddienst reed ik terug over de stille wegen door het bos. De tranen liepen over m’n wangen. De herinneringen aan die tijd, de rouw en het gemis wat diep in mij zit kwam naar boven. Ik weet het weer zeker. Het antwoord op deze vragen ‘Heb je het inmiddels een plekje kunnen geven? Heb je het al wat verwerkt?’ is NEE. Maar op de vraag ‘Heeft het u aan iets ontbroken?’ is het antwoord ook NEE. Want ‘Hij is een Vader der wezen en een Rechter der weduwen.’ Psalm 68:6.

Corine van Luttikhuizen

Corine (25 jaar) heeft in 2016 haar vader verloren aan een hersentumor. In het dagelijks leven is zij verpleegkundige in Ziekenhuis Gelderse Vallei in Ede en werkt zij thuis in de schapenhouderij. In deze blogs deelt ze hoe herinneringen en rouw in het dagelijks leven invloed hebben.

Met koffie gaat alles beter. En dus zit ik hier, een tikje inspiratieloos, maar mét mijn lievelingsmok vol koffie. Waar schrijf je over in een eerste blog? Ik zou kunnen beginnen met de reden dat ik hier ben. De reden dat jullie hier als lezers zijn. Ik kan een stortvloed aan herinneringen delen over chemo’s, uitslagen, spuugbakjes, artsen en lawaaierige infuuspompen. Maar ik doe het niet, want het is niet wie ik ben. Ik ben niet mijn ziekte. (Al heeft het me gevormd, dat wel.) Laat ik gewoon hier beginnen, in het nu. Ik zal jullie een rondleiding geven in mijn hoofd, hart en huis. Een kijkje in mijn leven.

Hoofd
Het is meivakantie, dus in mijn hoofd is het op dit moment lekker rustig. Normaal kan het daar best druk zijn, vol gedachten over mijn leerlingen en de gang van zaken in de klas. Ik ben namelijk juf: onderwijsassistent in een taalklas voor migrantenkinderen. Nu buitelen er vooral creatieve ideeën en kleurencombinaties door mijn hoofd. Soms schuift even de gedachte voorbij aan de belafspraak die ik morgen heb met mijn verpleegkundig specialist. Waar zal dat over gaan? Ik verwacht geen nieuwe uitslagen, dus veel bijzonders zal het niet zijn, toch?

Hart
Goed, genoeg gezien. Een kijkje in mij hart dan maar. Een hart waar stukjes afgebroken zijn. Stukjes die soms kwijt zijn, soms weer aangeplakt, de breuklijnen verstopt onder gouden verf, zoals bij Japanse kunst. Die stukjes, dat zijn de dromen die niet uitgekomen zijn. De dingen die ik heb gemist. De dingen die ik niet meer kan.
In mijn hart laten kijken is lastig. Kwetsbaar. Maar wat ik wel met je kan delen is dat in mijn hart vooral liefde zit. Liefde voor familie, vrienden en leerlingen, maar ook liefde en waardering voor mensen die ik in het ziekenhuis ontmoette: artsen, verpleegkundigen, psychologen, pedagogisch medewerkers… Er zit ook verlangen in mijn hart naar meer rust, minder ziekenhuis, naar eindelijk ‘normaal’ zijn. Er zitten nieuwe dromen in. En vragen aan een God die ik niet begrijp, maar van Wie ik zeker weet dat Hij er is.

Huis
Tot slot een vluchtige wandeling door mijn huis. Ik woon nog bij mijn ouders. Wat hier meteen opvalt, is de hoeveelheid boeken en, als je stiekem de kasten even opentrekt, de knutselmaterialen. Hier in de keuken, waar ik dit schrijf, schijnt juist het zonnetje naar binnen. Onze hond, een kleine, witblonde labradoodle, ligt op de keukenstoel naast mij. Tussen de knutselspullen op tafel ligt een dienblad met de onderdelen van mijn eFlow Rapid: een vernevelapparaat. Ik heb een grondige hekel aan dat ding, maar ik heb hem nodig door de longschade die ik tijdens de behandelingen opliep en mijn vatbaarheid voor infecties.

Koffer
We zijn bijna klaar, maar ik neem je nog even mee, de wiebelende vlizotrap op naar zolder. Daar staat een grote, bruinleren koffer gevuld met tastbare herinneringen. Een map met schoolwerk uit groep 4, een deken, behandelprotocollen, foto’s, brieven en kaartjes, prikcadeautjes, heel veel knutsels die ik maakte op de dagbehandeling… De spullen vertellen een verhaal uit mijn leven, over zes behandelingen tegen leukemie (ALL). Ik was 7 toen ik voor het eerst ziek werd, de zesde behandeling is nu bijna vijf jaar geleden. Het was veel. Het was moeilijk. Maar deze bijzondere mengelmoes aan spullen vertelt ook over fijne dingen.

Genieten
Mijn ziekte is geen verleden tijd, want de gevolgen zijn er elke dag. Maar die fijne dingen wil ik onthouden. En ik wil genieten van het hier en nu. Van vakantie. Van mooie boeken. Van creatieve projecten. Van mooie momenten met vrienden en familie. En… van  koffie uit mijn lievelingsmok.

Willemarijn

Willemarijn (25) is onderwijsassistent in een taalklas. Ze is gek op koffie, kleur en taal en schrijft regelmatig over haar ervaring met kanker. Op haar zevende kreeg ze leukemie (ALL), daarna volgde nog vijf keer een recidief. De laatste behandeling is nu ongeveer vijf jaar geleden.

02.02.2024 – 03.02.2024

de spullen zijn gepakt, Google Maps staat ingesteld
ik vertrek in mijn bolide vanuit Hardinxveld
ik wil een jongerenweekend van Winst uit Verlies meemaken
en daarom is mijn bestemming Hoevelaken
eenmaal daar
staan mijn ‘ouders-voor-24-uur’ liefdevol en hartelijk voor me klaar
ik ontmoet de andere jongeren, we zijn met zeven
allemaal zijn we bekend met de klappen van het leven
we kregen het zelf of het gebeurde een geliefde
maar bij allen was het kanker
die jeugd en onbevangenheid doorkliefde
we delen en spreken
we stellen ons kwetsbaar op en tonen gebreken
we lachen en huilen
we zoeken (h)erkenning en proberen wat te schuilen
we verdiepen ons
in elkaar
in het leven
in Gods Woord
de sfeer is vertrouwd
veilig
ontspannen
gezellig
ongestoord
mijn batterij is leeg
mijn hoofd is vol
mijn hart is gevuld
de spullen zijn gepakt, Google Maps staat ingesteld
ik vertrek in mijn bolide richting Hardinxveld

Arjanne Bijsterveld

Arjanne (’99) kreeg in 2022 de diagnose borstkanker. Een behandeltraject volgde, de ziekte verdween. Met vallen en opstaan, en op zoek naar winst uit verlies, probeert zij deze levensveranderende gebeurtenis te verweven met haar bestaan. In haar blogs deelt ze wat van haar ervaringen.