Je had het niet zien aankomen. De arts ziet iets kwaadaardigs. Verdere onderzoeken moeten laten zien wat het is, of en hoe het te behandelen is. Spannende dagen of weken volgen. En als de diagnose is gesteld en behandeling mogelijk is dan blijft de uitkomst onzeker. Wij, maar ook de artsen, zien slechts wat voor ogen is. Maar soms kan het je na jaren nog verrassen wat je ziet.

Onlangs waren mijn vrouw en ik in het Erasmus MC. Door verhuizing werd ik voor controle van de lange termijn effecten van de behandelingen naar dit ziekenhuis verwezen. De arts-radiotherapeut nam alle tijd voor het onderzoek. Zij bleek goed bekend met de behandelingen die ik dertig jaar geleden heb gehad en had zich goed in mijn dossier verdiept. Dat geeft erkenning in wie je bent (geworden) en vertrouwen in wat ze vertelt en ons laat zien. Zo kan zij op mijn lichaam laten zien waar ik bestraald ben. Ongedacht toont zij ons waar ik al jaren naar op zoek ben. De oorzaak van rugprobleem blijkt door bestraling te komen. Ondanks vele onderzoeken was er geen arts die mij dat heeft kunnen vertellen. Zij ziet wat wij niet zagen.

Wat een erkenning is dat voor mij! Al is het ‘geen zaak van vreugde’ (ik heb er 7×24 uur pijn van) is de oorzaak bekend. Gelukkig dat ik bijvoorbeeld niet toestond wat een arts, die ontkende dat het door bestraling kwam, mij voorstelde. Begrijpelijk dat ik vastliep bij vele fysiotherapeuten die na zoveel behandelingen de klachten niet konden wegnemen. Wat een miskenning door onkunde en het niet kunnen zien wat het wel is. Je werd er moedeloos van. Want je kunt niet ontkennen dat het er is, maar artsen onderkennen (nog) niet wat het is. Maar jij kan niet anders dan geloven wat je niet ziet!

Lichaam en ziel is een eenheid. Wat je lijdt naar het lichaam heeft invloed op je ziel. Het lijkt kinderlijk eenvoudig: de Heere gehoorzamen en volgen in geloof. En dat moet het voor wie een ieder die gelooft ook zijn. Ook als het in onze ogen tegenzit. Paulus getuigt daarvan: En wij weten dat degenen die God liefhebben, alle dingen meewerken ten goede (Rom8v28a). Toch worstelde Jacob met God, tot hij door de Engel werd overwonnen. Toen erkende hij de zegen niet te kunnen afdwingen. Hij had als gevallen mens en door eigen schuld het recht daar niet toe. Met een verwrongen heup ging Jacob kreupel het leven door. De hardleersheid van Jacob, en met hem die die God liefhebben, blijkt ook na deze intense levensles. Toen zei Jacob <…>: al deze dingen zijn tegen mij (Gen42v36). Tot Israël zag en uitriep: Het is genoeg, mijn zoon Jozef leeft nog; ik zal gaan en hem zien, eer ik sterf. Zoals Simeon in geloof uitzag naar Jezus zijn Zaligmaker en toen Hij Hem in de armen nam, zong: Nu laat U, Heere, Uw dienstknecht gaan in vrede, naar Uw woord. Want mijn ogen hebben Uw Zaligheid gezien (Lukas1v29-30).

Ik zie wat jij niet ziet: Want gelijk de hemelen hoger zijn dan de aarde, alzo zijn Mijn wegen hoger dan uw wegen, en Mijn gedachten dan die van u (Jesaja55v9). Tegen Martha zei Jezus voor Hij haar broer Lazarus opwekte: Heb Ik u niet gezegd, dat zo u gelooft, u de heerlijkheid Gods zien zult? (Joh11v40). En in Zijn Bergrede noemt Jezus: Zalig zijn de reinen van hart; want zij zullen God zien (Matth5v8). Wat moet het een ontzagwekkend, heerlijk zien zijn wanneer zij die geloven door lijden en dood tot Zijn heerlijkheid ingaan: En zullen Zijn aangezicht zien, en Zijn Naam zal op hun voorhoofden zijn (Opb22v4). Opdat wij dan niet bedroeft zijn: Zo dan, vertroost elkander met deze woorden (1Thess4v18).

Henk-Jan Koetsier

Een jaar van ernstige ziekte en zorgen (in het gezin),
Waarin ik vaak niet verder kon kijken dan de dag van morgen.
Een jaar van verdriet, twijfel en hoop.
Emoties gingen met me op de loop,
Waarin de wanhoop hoe nu verder me soms bekroop.

Een jaar van hoge bergen en diepe dalen
Van grote blijdschap en diep verdriet
Waarin een groot wonder is geschiedt.
Er mocht genezing komen,
Wat voelde dat als zegenstromen.

God is getrouw zijn plannen falen niet,
Die het heden kent de toekomst overziet.

De zorgen zijn hiermee niet verdwenen,
Maar het gaf weer moed,
Wat is God goed!
We mochten Zijn trouw ervaren.

Hij gaf elke dag weer kracht,
In dagen van moeite en verdriet,
Is Hij het die alles ziet.
En kent onze moeite en verdriet.

In kan Zijn weg met ons vaak niet begrijpen,
Waarom deze diepten, vele zorgen.
Wat brengt de dag van morgen?
Maar God zal dan opnieuw voor ons zorgen.

Als vooruit kijken je bang maakt.
En achterom kijken je pijn doet.
Kijk dan omhoog, God zal je helpen.

Sara van den Dool (gedicht op ziekte van haar moeder)

Stinkend ons best doen helpt niet. Kiezen voor de beste behandeling faalt. Op z’n best dringt het de kwaal terug. Beter gedrag onderdrukt het kwaad. Wij met alles hier op aarde zijn in wezen niet goed. Is de bron kwaad dan welt daar geen goed in op. Al onze goede verwachtingen ten spijt.

Lot koos op ‘t oog het goede land. Izak had het wildbraat lief. Jakob werkte het dubbele aantal jaren voor Rachel. Jozef wilde toen Maria zwanger bleek haar heimelijk verlaten. Paulus bad God driemaal dat de doorn in zijn vlees verwijderd mocht worden. Toch blijkt, onze beste bedoelingen zijn voor God niet goed genoeg.

God zag in alles wat Hij sprak, en het was er, dat het zeer goed was. En wat niet goed was, dat de mens alleen is, maakte Hij goed. De mens die goed was zag, zweeg en deed kwaad. Daarom zijn onze gedachte alle dagen kwaad. Zij komen voort uit wie wij van geboorte zijn, kwaad. Hoe kan dan het beste van ons ook maar iets goed zijn?

Verslagen uitroepen: wat moeten we dan doen om goed voor God te zijn? Geloof in de Heere Jezus Christus! Hij die voor ons bidt: Vader rekent het hen niet tie, want zij weten niet wat zij doen. Ik voor hen daar zij anders de eeuwige dood verdienen.

Jezus bidt niet voor iedereen, de wereld. Hij bidt voor hen die de Vader in liefde uit de wereld trekt en tot Hem komen. Zij zijn goed voor Hem, uitverkoren, om Zijn lof te vertellen. In de wereld en in het midden vanZijn gemeente. Opdat Zijn Naam verheerlijkt wordt. Voor Zijn troon en hier beneden. Dan is het beste van ons, waar het alles om Zijn eer gaat, in niet(s) goed genoeg. Alleen wat God doet, ook in en door ons leven, tot Zijn eer!

U voert ten hemel op vol eer’,
De kerker werd Uw buit, o Heer’
Om sterkte aan haar te geven

De Troost(er), de Heilige Geest, is gekomen om woning(ruimte) te maken. Ook in ons?

Henk-Jan Koetsier

Vandaag heb ik hem weer zo gemist, mijn lieve Wim. In alle vezels van m’n lichaam, maar ook in de praktische, tastbare dingen. De auto was zo vies… iedere keer zag of voelde ik haast zijn afkeurende blik dat ik hem ‘nog steeds’ niet schoon gemaakt had en uitgezogen (hij deed het iedere week minstens 1 keer). Het onkruid tussen de straatstenen kwam her en der omhoog en al die sprietjes leken me uit te lachen en tegen me te zeggen dat ze het van me gewonnen hadden (bij Wim kregen ze geen kans). De grond in de tuin was zo plat geregend dat ik langslopende mensen bijna hoorde denken dat het er voorheen niet zo bij zou liggen (Wim schoffelde bijna elke dag). Vandaag kom ik er voor de zoveelste keer achter dat ik alleen niet kan, wat we samen konden.

Wat voel ik me vandaag ontredderd zonder Wim! Nee, niet dat dit direct aan me te zien of te merken is. Ook hoor je me dat zelden hardop zeggen. Uiterlijk ga ik m’n gang en doe ik m’n ding. M’n dagtaak bestaat grotendeels uit zorgen voor ons lieve meisje. Na 31 mei 2020 is er alweer zoveel gebeurd, juist ook met haar. Ze kreeg onlangs de diagnose diabetes type 1. Wat is het me zwaar gevallen, dat ik dit zo alleen moest doormaken en niet met Wim kon delen.
Vandaag schrik ik ervoor terug om te voelen hoe het voelt dat Wim z’n plaats echt leeg is en leeg zal blijven. Alle dagen die ooit vandaag hebben geheten, is zijn afwezigheid zo tastbaar aanwezig. Vandaag besef ik voor de zoveelste keer, dat het gemis alleen maar groter wordt.

Vandaag vroeg mijn meisje nog aan me: mama, waarom huilt u niet? Ik zei, mama huilt wel, maar je ziet het alleen niet. Ze vond dit moeilijk, want ze wilde me zó graag troosten en dat kon in haar beleving alleen als ik huilde. Ze snikte tegen m’n schouder: kon ik uw verdriet maar wegnemen. Wat heeft dat kind ook een zwaar pak te dragen. En wat is het moeilijk om haar daar op een goede manier in te begeleiden.

Vandaag zijn we toch ook weer dankbaar voor de dingen die ik in ieder geval vandaag mocht doen, het uitzuigen van de auto, het onkruid trekken, het schoffelen van de tuin, het eten koken, de wandeling. Vandaag ben ik ook dankbaar voor de momenten die we samen met Anthonette hebben gehad, voor het samen dragen en delen van ons verdriet. Vandaag ben ik dankbaar voor het schijnen van de zon en het vallen van de regen.

Vandaag is alles een beetje moeilijker, hoe zal het morgen zijn? God weet het. Als we alles in Zijn hand mogen leggen, wat zou ons pak dan een stuk lichter zijn. Te mogen weten dat alles wat God doet, goed is en Hij dit niet doet om ons te plagen, maar juist opdat we ons naar Hem toe zouden wenden. Daar wil ik vandaag mee besluiten.

Lenie Klop-de Pater