‘Als het water je tot aan de lippen staat, neem dan een taartje’. Deze geweldige zin las ik onlangs in het boek ‘De jongen, de mol, de vos en het paard’ (zeker een aanrader). Deze zin deed me denken aan wat een vriend van mijn ouders ooit zei.
Het was in een spannende week waarin we de uitslag zouden krijgen van de scan, die mama kort daarvoor had gehad. Wat hij zei was het volgende: ‘Wat de uitslag ook wordt, zorg dat er taart in huis is. Ook al is de uitslag slecht, ga ook (of vooral) dan even met jullie hele gezin een taartje eten.’ Hij bedoelde dit om aan te geven dat je op mooie en moeilijke momenten met elkaar moet gaan zitten, elkaar in de ogen moet kijken en met elkaar moet praten. Juist als de uitslag die volgt moeilijk is, is het goed om dat te doen. En naast dat taart ook gewoon lekker is, mag zo’n taartje ook symbool staan voor ‘we gaan niet bij de pakken neerzitten, we gaan (met Gods hulp) door!’
Terug naar de uitslag die mijn moeder zou krijgen. Ik weet nog precies dat ik binnenkwam in de kamer. Mama vertelde dat gebeld was en dat de uitslag niet goed was. Ze zou bestralingen moeten ondergaan. En nadat mij dat verteld was, gingen we wat drinken. Mét taart, want als het water je tot aan de lippen staat, dan moet je een taartje nemen. Even een moment van rust met ons hele gezin, voordat er een onrustige tijd zou aanbreken.
Gelukkig leeft mijn moeder nog steeds en hebben de bestralingen het werk gedaan, wat ze zouden moeten doen. Maar het blijft elk halfjaar, als mama weer een scan moet ondergaan, weer spannend. Eén ding is in ieder geval wel elk half jaar hetzelfde. Bij ons staat op de dag van de scan taart op tafel.
Nunspeet, 30 juni 2021
Thirza van Engelen