Opnieuw blijkt bij de controle bij de dermatoloog dat ik plekken met huidkanker heb. Eén van de gevolgen, late effecten, van de mantelveldbestralingen die ik in 1992 kreeg. Van één van de plekken de kankercellen weggeschraapt, van de andere wordt een biopt genomen. De uitslag laat op zich wachten. Het is de tweede keer dit jaar, en sinds 2016 de … ik ben inmiddels de tel kwijtgeraakt. Dit type huidkanker is niet direct levensbedreigend en is goed te behandelen. Toch wordt het bij alles wat ik al mee heb gemaakt aan controles, uitslagen en behandelingen een steeds grotere belasting. Alleen al ‘de prikken’ voor verdoving, waarbij de standaard vraag is of ik ook ergens allergisch op reageer. Mijn reactie: “Ja, ik ben allergisch voor het prikken zelf geworden”.

Fysiek en mentaal raak ik in verzet, de weerstand die ik bied tegen het ondergaan van lijden wordt sterker. Nee, daar heb ik geen grip op. Met mijn verstand weet ik best dat het beter is behandeld te worden tegen ‘kwaadaardige cellen’. Natuurlijk ben ik dankbaar voor de mogelijkheden die de goede zorg ons biedt. Toch biedt alles in mij weerstand tegen de herinnering, de pijn en het lijden wat het mij opnieuw geeft.

Het voorkomen dat het mij weerstand geeft, kan ik niet. Tijdens de behandelingen die ik kreeg voor Hodgkin moest er op een gegeven moment Neupogen worden gespoten. De internist dacht dat ik dat zelf best kon, en ik ook wel. Hij kwam zelfs kijken toen ik onder begeleiding van een verpleegkundige een poging deed. Het technische gedeelte ging goed, het vullen van de spuit vanuit de injectieflacon. De naald zelf bleef ‘hangen’ boven mijn bovenbeen. Zonder dat ik dat wilde blokkeerde mijn arm. Ik kon de weerstand niet breken om zelf te prikken… het werd voor mij een onvergetelijke levensles.

Weersta de duivel, het kwaad, en hij zal van je vluchten (Jakobus 4 vers 7). Wie het gedaan heeft, om God in alles meerder gehoorzaam te zijn, zal ondervonden hebben dat het je niet lukt. Tenminste niet in eigen kracht. Een les in nederigheid, want God geeft alleen die nederig is Zijn kracht uit genade. Verneder je onder de krachtige hand Gods (1 Petrus 5 vers 6). Gods Woord wat Hij tot mij sprak de eerste keer dat ik de diagnose kanker kreeg. Een begeerte die blijft: Zalig, zalig niets te wezen in mijn eigen oog voor God. Wat God doet dat is welgedaan, Zijn wil is wijs en heilig.

Weerstand, hadden Adam en Eva het geboden dan waren wij het goede van God niet kwijt. Weerstand bieden aan het kwaad in onze wereld, is goed. Dat is wat God van mij, van ons vraagt. Uit liefde tot, in het geloof van, met de hoop op Gods genade en kracht in Christus door Zijn Geest. Dan wil, en kan, en zal God ons redden uit alle nood in ons lijden. Daar is mijn leven getuige van, het heil is van de Heere!

Henk-Jan Koetsier

Stinkend ons best doen helpt niet. Kiezen voor de beste behandeling faalt. Op z’n best dringt het de kwaal terug. Beter gedrag onderdrukt het kwaad. Wij met alles hier op aarde zijn in wezen niet goed. Is de bron kwaad dan welt daar geen goed in op. Al onze goede verwachtingen ten spijt.

Lot koos op ‘t oog het goede land. Izak had het wildbraat lief. Jakob werkte het dubbele aantal jaren voor Rachel. Jozef wilde toen Maria zwanger bleek haar heimelijk verlaten. Paulus bad God driemaal dat de doorn in zijn vlees verwijderd mocht worden. Toch blijkt, onze beste bedoelingen zijn voor God niet goed genoeg.

God zag in alles wat Hij sprak, en het was er, dat het zeer goed was. En wat niet goed was, dat de mens alleen is, maakte Hij goed. De mens die goed was zag, zweeg en deed kwaad. Daarom zijn onze gedachte alle dagen kwaad. Zij komen voort uit wie wij van geboorte zijn, kwaad. Hoe kan dan het beste van ons ook maar iets goed zijn?

Verslagen uitroepen: wat moeten we dan doen om goed voor God te zijn? Geloof in de Heere Jezus Christus! Hij die voor ons bidt: Vader rekent het hen niet tie, want zij weten niet wat zij doen. Ik voor hen daar zij anders de eeuwige dood verdienen.

Jezus bidt niet voor iedereen, de wereld. Hij bidt voor hen die de Vader in liefde uit de wereld trekt en tot Hem komen. Zij zijn goed voor Hem, uitverkoren, om Zijn lof te vertellen. In de wereld en in het midden vanZijn gemeente. Opdat Zijn Naam verheerlijkt wordt. Voor Zijn troon en hier beneden. Dan is het beste van ons, waar het alles om Zijn eer gaat, in niet(s) goed genoeg. Alleen wat God doet, ook in en door ons leven, tot Zijn eer!

U voert ten hemel op vol eer’,
De kerker werd Uw buit, o Heer’
Om sterkte aan haar te geven

De Troost(er), de Heilige Geest, is gekomen om woning(ruimte) te maken. Ook in ons?

Henk-Jan Koetsier