“De HEERE was ook in de aardbeving niet”. Aan deze woorden uit 1 Koningen 19 moest ik denken toen ik in een pastoraal gesprek zat met Hans. De vermoeidheid was van zijn gezicht te lezen.
De periode die achter hem lag, was diepingrijpend geweest. De diagnose van kanker. En toen de chemokuren, een operatie en een serie bestralingen. Het ene buitelde als het ware over het andere heen. Nu de laatste bestraling achter de rug was, leek hij een beetje tot zichzelf te komen. Al pratend keken we terug op het afgelopen jaar. Hij was er doorheen geholpen. Zonder kracht van Boven had hij het absoluut niet kunnen doorstaan. Dat erkende hij voluit. Maar.
Er was “een maar” overgebleven. Met alles wat er gebeurd was, was hij voor God dezelfde gebleven. En dat hield hem sterk bezig. “Als dit me al niet dichter bij de Heere gebracht heeft, wat moet er dán nog gebeuren”, zo vroeg hij snikkend. Hij voelde dat de Heere spreekt, door woorden en door gebeurtenissen.
Maar Hans voelde ook dat hij zo hardleers was. Had hij op een verkeerde manier gerekend? Was hij van mening geweest dat zulke heftige gebeurtenissen zeker wel iets uit zouden werken? Dat kan, dat de Heere deze wegen van ziekte en zorgen wil gebruiken, tot iemands eeuwig behoud.
Maar niet altijd werkt de Heere zo. Soms komt Hij in het suizen van een zachte stilte. Samen hebben we deze woorden uit 1 Koningen 19 gelezen. En we hebben Hans en zijn lichamelijk en geestelijk welzijn opgedragen aan Hem, Die weet wie zijn. Wij, die soms een aardbeving nodig hebben die ontstaat na het horen van de diagnose.
Maar bij wie de Heere ook een zachte stilte wil gebruiken, om ons op die plaats te brengen, waar Hij ons hebben wil. Dat is: in het stof, aan Zijn voeten. Smekend om een kruimeltje genadebrood.
L. Huisman