Lotgenootschap

Lotgenotencontact, daar wordt soms zo naar uitgezien. Wanneer je je zo eenzaam en niet begrepen voelt. Het leven kan zo intens zijn dat je graag iemand ontmoet die je met weinig woorden begrijpt. Wat een teleurstelling dan wel te delen in hetzelfde lot, maar niets gemeenschappelijks te ervaren.

Van Dale geeft als betekenis bij het woord lotgenoot: ‘iemand die met anderen hetzelfde lot ondervindt’. Alleen, wanneer je zo iemand ontmoet, voel je je dan ook begrepen en verbonden?

De eerste dag waarop ik de chemo kreeg toegediend ontmoetten wij een ouder stel in de wachtruimte van de dagbehandeling. We waren er met z’n vieren.”Zo jullie hier en nog zo jong” zei zij. We mochten iets vertellen van het vertrouwen in de leiding van de Heere in ons leven. Wat een vreugde en eenheid dat ook zij daarvan konden getuigen. Mee in konden stemmen. Wat een voorrecht je ook daarin verbonden te voelen.

Zo anders als je lotgenoten – ook uit je eigen kerk – tegen komt die blij waren voor de volgende kuur nog even naar een speciale plaats ergens op de wereld te zijn geweest. “Dat hebben we toch maar weer gehad” zeiden ze dan. Op zichzelf is daar niets mis mee, alleen het kan zo leeg laten. De ernst van het leven kan erdoor weggenomen worden. Je kunt je dan zo onverbonden voelen.

De bekende dominee Poort, zelf lotgenoot, benoemde twee soorten van lotgenotencontact.

Zij waarmee je het lot deelt, maar niet door begrepen voelt. Zij ondergaan met jou dezelfde behandeling. Hetzelfde traject. Hebben pijn en verdriet, maar praten over de tijdelijke dingen. Gaan op in het hier en nu. Zonder je je daar vanaf, bijvoorbeeld op de ziekenzaal, dan wordt je als asociaal betiteld. Je vindt geen begrip dat je het nu zo ‘anders ervaart’. Het is voor jezelf allemaal vaak ook zo onverklaarbaar.

Het tweede soort is hen waarmee je van hart tot hart kunt praten. Lotgenootschappelijk! Je verlangt om met hen te spreken. Zonder veel woorden voel je je begrepen. Elia voelde zich ook eenzaam na de ontmoeting met Achab op de berg Tabor. “Heere, neem mijn ziel maar van mij” Hij dacht alleen over te zijn gebleven. De Heere antwoord Elia niet: “Je hebt Mij toch? Je hebt je geloof toch?” Maar de Heere begrijpt dat wel en antwoordde Elia dat er nog 7000 met hem waren. Elia was niet alleen.

Hoe was het in het Paradijs? Daar sprak God dat het niet goed is dat de mens alleen zij. God heeft de mens tot hulp en steun voor elkaar geschapen. Ook dat is door de zondeval bezoedeld. Zo kan lotgenotencontact leeg zijn. In contact met een lotgenoot kan je dan nog eenzamer voelen. Wel hetzelfde lot, maar geen genootschap.

Wat is het dan een rijkdom om je hart voor een ander of anderen open te kunnen stellen. Van hart tot hart met elkaar te spreken. Lotgenootschap, gemeenschappelijk in hetzelfde lot genieten. Dat vraagt om een veilige, vertrouwde omgeving. Een kwetsbare opstelling. Je krijgt er veel voor terug. Warmte, begrip en liefde… Het heft de eenzaamheid, soms voor ogenblik, helemaal op. Het is een groot ‘genot’ op aarde als dat ook in Christus, in het gemeenschap der heiligen, mag zijn.

Ik wens u, jou en mijzelf veel lotgenootschap toe! Niemand kan ten diepste met minder echt gelukkig zijn.

Henk-Jan Koetsier

0 reacties op "Lotgenootschap":

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *